Kampen Noord in vraag en antwoord

I Kerkorde

II De kern van de zaak Kampen-Noord

            De breuk

            Zichtbare eenheid

            Gods Woord en de belijdenis

            Recht en trouwbreuk

            Onrecht en vrede

            Twee zaken

III Tegenwerpingen

            Classis en kerkenraad

            Ruimte voor rechtsherstel

IV Is het een afscheiding?

            Kerkscheuring?

            Gemeenschap

 

I Kerkorde

 

  1. Is de kerkorde een doel op zich?

Antwoord: Nee, de kerkorde is een middel om de vrede van Christus te bewaren.

  1. Welke bijbeltekst is daar een bewijs voor?

Antwoord: 1 Kor. 14:33. Daar staat namelijk: God is geen God van wanorde, maar van vrede.

  1. Hoe wordt de vrede van Christus bewaard?

Antwoord: Christus doet dat zelf door zijn Woord en Geest.

  1. Wat is dus de belangrijkste voorwaarde voor vrede in de gemeente?

Antwoord: Gelovige onderwerping aan het Woord en aan niets of niemand anders.

  1. Hoe wordt dat verwoord in onze belijdenis?

Antwoord: Jezus Christus is de enige algemene Bisschop en het enige Hoofd van de kerk (NGB art. 31).

  1. Op welke twee manieren wordt die belijdenis bedreigd?

Antwoord: In de eerste plaats door mensen die niets van een kerkorde willen weten en in de tweede plaats door mensen die aan ambtsdragers en kerkelijke uitspraken een gezag toekennen naast Christus.

  1. Waar kom je de eerste groep tegen in de kerkgeschiedenis?

Antwoord: Bij de wederdopers, bij veel evangelische gemeenten en in zekere zin bij de Nederlands Gereformeerde Kerken.

  1. Waarom hebben zij een hekel aan kerkordes en kerkelijke afspraken?

Antwoord: Zij gaan er veelal vanuit, dat ieder gelovige individueel door de heilige Geest wordt geleid. Maar ze gaan eraan voorbij dat de gelovigen voor alles lid zijn van de gemeente en dat de heilige Geest een gave aan de gemeente is.

  1. Waarom is die opvatting een gevaar voor de belijdenis dat Christus het enige Hoofd van de kerk is?

Antwoord: De zonde maakt dat ieder mens, ook een gelovige, zichzelf wil laten gelden. Dat leidt ertoe dat gelovigen onderling hun wil opleggen aan elkaar en zo over elkaar gaan heersen.

  1. Welk principe is daarom duidelijk aanwezig in de kerkorde?

Antwoord: Dat de gelovigen niet onafhankelijk van elkaar geloven, maar een gemeenschap vormen. De gemeenschapsoefening binnen een kerkverband komt voort uit die verbondenheid. Daarom kun je je niet zomaar ongemotiveerd onttrekken aan de verplichtingen ervan.

  1. Hoe is dat in de kerkorde te merken?

Antwoord: O.a. in de kerkvisitatie, het feit dat de classis moet instemmen met belangrijke zaken en de afspraak dat kerken zich binden aan besluiten van meerdere vergaderingen.

  1. Waar kom je de tweede groep tegen in de kerkgeschiedenis?

Antwoord: Bij de Rooms-katholieke Kerk, bij de Nederlands Hervormde Kerk en bij de Gereformeerde Kerken (synodaal). De laatste twee zijn tegenwoordig verenigd in de PKN.

  1. Hoe wordt de praktijk van het toekennen van gezag aan ambtsdragers en kerkelijke uitspraken naast Christus genoemd?

Antwoord: Hiërarchie. Dat betekent letterlijk priesterheerschappij.

  1. Wat is het gevaar van die opvatting?

Antwoord: Dat Christus niet meer het enige gezag ontvangt en dus niet het enige Hoofd van de kerk is.

  1. Hoe is dat te merken aan het kerkrecht van de Rooms-katholieke Kerk?

Antwoord: Kerkelijke uitspraken hebben daar evenveel of zelfs een hoger gezag dan het Woord van God. Iedere nieuwe uitspraak betekent dus een toevoeging aan het kerkrecht. Je kunt pas iets zinnigs zeggen over kerkrecht wanneer je alle kerkelijke uitspraken hebt bestudeerd die de kerk ooit gedaan heeft.

  1. Wat is daarom het kenmerkende van een gereformeerde kerkorde?

Antwoord: De kerkorde is kort en summier met duidelijke lijnen vanuit de Schrift.

  1. In welke artikelen wordt het principe dat Christus het enige Hoofd is streng bewaakt?

Antwoord: Heel duidelijk in de artikelen 31, 83 en 84.

  1. Hoe wordt dat principe in artikel 31 bewaard?

Antwoord: Een kerkelijke uitspraak kan nooit hetzelfde gezag hebben als het Woord van God. Daarom kan een uitspraak die met het Woord van God in strijd is, nooit als bindend aanvaard worden.

  1. Hoe wordt dat principe in artikel 83 bewaard?

Antwoord: Als Christus het enige Hoofd is, mogen ambtsdragers niet over elkaar heersen. Ook kerken niet over andere kerken.

  1. Hoe gebeurt dat in artikel 84?

Antwoord: Als Christus het enige Hoofd van de kerk is, mogen de regels geen eigen gezag naast Christus krijgen. Ze zijn dus geldig omdat ze in gemeenschappelijk overleg zijn vastgesteld en in eensgezindheid aanvaard. Ze kunnen dus ook in principe gewijzigd worden. Maar dat betekent wel dat de kerken zich aan de gemaakte afspraken houden. Wijzigingen moeten ook gezamenlijk doorgevoerd worden.

 

II De kern van de zaak Kampen-Noord

 

De breuk

 

  1. Wanneer kwam er een zichtbare breuk in de Gereformeerde Kerk van Kampen-Noord?

Antwoord: In 2004. Een classiscommissie besloot toen dat de voltallige kerkenraad inclusief de predikant diende af te treden.

  1. Mag een classis een dergelijk advies geven?

Antwoord: Ja, de kerkenraad had de classis zelf om hulp gevraagd.

  1. Mag een classis een dergelijk besluit nemen, onafhankelijk van de beslissing van de kerkenraad?

Antwoord: Nee, de kerkenraad moet zo’n besluit zelf nemen.

  1. Waarom is het zo belangrijk dat de kerkenraad zo’n besluit zelf moet nemen?

Antwoord: Kerken mogen niet heersen over één van de andere kerken. Wanneer een kerkenraad er niet mee zou instemmen, zou de classis met zo’n besluit heerschappij uitoefenen over de kerkenraad.

  1. Waaruit blijkt dat de generale synode van Amersfoort-Centrum 2005 dit principe zelf erkend heeft?

Antwoord: Uit het Besluit inzake appel Kampen-Noord (Ichthus) en wel Besluit 9a en Grond 1.

  1. Heeft de kerkenraad van Kampen-Noord ooit besloten om in zijn geheel terug te treden?

Antwoord: Nee, er is nooit een wettig en dus geldig besluit genomen.

  1. Waarom ging de synode daar dan toch vanuit?

Antwoord: Er is een besluit genomen om als kerkenraad terug te treden op een vergadering waar 11 van de 22 kerkenraadsleden aanwezig waren.

  1. Waarom was dat geen wettig besluit?

Antwoord: Omdat volgens het reglement van de kerkenraad een vergadering ongeldig is wanneer er niet ‘op zijn minst de volstrekte meerderheid der leden’ aanwezig is. De vergadering was dus ongeldig. En op een ongeldige vergadering kan nooit een wettig besluit genomen worden.

  1. Hoe is het dan te verklaren dat de synode er toch vanuit ging dat er een wettig kerkenraadsbesluit lag om als voltallige kerkenraad terug te treden?

Antwoord: Dat is eigenlijk niet te verklaren.

Zichtbare eenheid

  1. Waar wordt de eenheid van de gemeente van Christus het duidelijkst zichtbaar?

Antwoord: In de zondagse erediensten waarvoor de kerkenraad de gemeente samenroept.

  1. Waarom heeft de classis in 2004 een breuk in die eenheid in Kampen-Noord geforceerd?

Antwoord: Omdat ze de gemeente op een andere plaats samenriep dan waar de kerkenraad dat deed.

  1. Maakt het uit in welk gebouw de gemeente wordt samengeroepen?

Antwoord: Natuurlijk niet. Niet het gebouw is de kerk, maar de gemeente zelf.

  1. Waardoor is de scheuring definitief geworden?

Antwoord: Door het instellen van een nieuwe kerkenraad in de plaats van de wettige kerkenraad.

  1. Waaruit blijkt dat de ‘Eudokia-kerkenraad’ helemaal niet uit is op herstel van de eenheid?

Antwoord: Doordat hij al een nieuwe predikant beroept, terwijl het revisieverzoek van de ‘Ichthus-kerkenraad’ aan de generale synode nog niets eens is afgehandeld.

Gods Woord en de belijdenis

  1. Zijn er situaties denkbaar waarin meerdere vergaderingen toch kunnen oordelen dat kerkenraadsleden dienen af te treden?

Antwoord: Ja, namelijk wanneer kerkenraadsleden in leer of leven zouden ingaan tegen Gods Woord of de gereformeerde belijdenis.

  1. Is dat dan een uitzondering op de regel dat ambtsdragers niet over ambtsdragers en kerken niet over kerken mogen heersen?

Antwoord: Nee, want de regel is gebaseerd op het principe dat Christus het enige Hoofd van de kerk is. Kerkenraadsleden die ingaan tegen Gods Woord, onttrekken zich juist aan het gezag van Christus.

  1. Was er in Kampen-Noord sprake van dat kerkenraadsleden tegen Gods Woord en de belijdenis ingingen?

Antwoord: Nee. Er waren geen bezwaren tegen leer of leven van één van de kerkenraadsleden ingebracht. Bovendien is van de latere Eudokia-zijde steeds benadrukt dat er geen twijfels waren over het gereformeerde gehalte van predikant en kerkenraad.

  1. Was er van de latere Ichthus-zijde ook geen twijfel over het gereformeerde gehalte van de latere Eudokia-zijde?

Antwoord: Die twijfel was er weldegelijk. Ds. Hoogendoorn heeft, samen met andere kerkenraadsleden, steeds bij de kerkelijke vergadering aangedrongen om te onderzoeken in hoeverre visieverschillen mede oorzaak waren van de moeiten binnen kerkenraad en gemeente.

  1. Is er aangetoond dat deze vermeende visieverschillen oorzaak waren van de moeiten en de uiteindelijke breuk?

Antwoord: Omdat de meerdere vergaderingen de visieverschillen nooit hebben onderzocht, hebben ze dat ook niet aangetoond.

  1. Kun je daaruit concluderen dat er geen visieverschillen waren?

Antwoord: Nee. Daarom is er juist reden om de visieverschillen alsnog te onderzoeken.

  1. Wat was volgens de latere Eudokia-zijde de belangrijkste oorzaak van de breuk?

Antwoord: Moeiten rondom personen en vooral de persoonlijkheid van ds. Hoogendoorn.

  1. Is dat ooit aangetoond?

Antwoord: Nee. In een rapport van externe adviseurs zijn wel beschuldigingen geuit aan het adres van ds. Hoogendoorn, maar die zijn niet onderbouwd. Daarom is later door de classis uitgesproken dat de beschuldigingen zo geen geldigheid hebben.

  1. Wat sprak de classis toen uit over degenen die deze beschuldigingen toch bleven uiten?

Antwoord: Dat het niet in de geest is van het negende gebod.

  1. Wat kunnen we zeggen van buitenstaanders die de oorzaak van de breuk zoeken in persoonlijkheidsmoeiten?

Antwoord: Dat zij niet denken in de geest van het negende gebod.

  1. Wat kunnen we zeggen van buitenstaanders die de oorzaak van de breuk zoeken in visieverschillen?

Antwoord: Dat ze niet gek zijn en heel goed kunnen beoordelen dat de publieke opvattingen van sommige betrokken hoogleraren van de Theologische Universiteit Kampen niet stroken met de publieke opvattingen van de predikanten die hun handtekening hebben gezet onder het Manifest op www.gereformeerdblijven.nl. Ds. Hoogendoorn is namelijk één van die predikanten. Verder verraden de oorspronkelijke beschuldigingen aan ds. Hoogendoorn weldegelijk inhoudelijke verschillen.

Recht en trouwbreuk

  1. Het besluit van 11 van de 22 kerkenraadsleden is kerkrechtelijk gezien een cruciaal punt. Als er op de vergadering één extra kerkenraadslid aanwezig was geweest, dan was de vergadering geldig geweest. Is het niet een beetje flauw om de vergadering om die ene persoon ongeldig te verklaren?

Antwoord: Het komt misschien flauw over. Toch heeft een kerkelijke rechter te oordelen op basis van feiten om objectief te kunnen blijven. Die ene ambtsdrager was er nu eenmaal niet en wanneer de ‘Ichthuskerkenraad’ zich op dit feit beroept, dan moet hij in zijn recht gesteld worden.

  1. Mag een kerkelijke rechter er dan geen rekening mee houden dat die andere 11 de zaak misschien wel naar hun hand hebben gezet door niet op te komen dagen?

Antwoord: Natuurlijk mag een dergelijke overweging gemaakt worden. Maar de feiten veranderen er niet van. Bovendien waren het juist de 11 aanwezige kerkenraadsleden die de zaak naar hun hand gezet hebben.

  1. Zijn daar dan aanwijzingen voor?

Antwoord: Jazeker, in een achterliggend mediationtraject had het grootste deel van hen zich namelijk verplicht om hun ambt neer te leggen bij voortijdige beëindiging van het traject. Door dit traject voortijdig te beëindigen en desondanks lid te blijven van de kerkenraad hadden zij zich zelfs schuldig gemaakt aan trouwbreuk.

  1. Dus de meeste van de 11 aanwezige ambtsdragers waren eigenlijk onwettige ambtsdragers?

Antwoord: Ja. Ironisch genoeg voldeden zij dus met hun besluit om terug te treden alsnog aan hun verplichting.

  1. Wat betekent dat voor de andere 11 ambtsdragers?

Antwoord: Dat zij samen de rechtmatige kerkenraad van Kampen-Noord vormden.

Onrecht en vrede

  1. De Ichthuskerkenraad staat weliswaar in zijn recht. Maar was het niet beter geweest als hij, en ds. Hoogendoorn in het bijzonder, voor de goede zaak van de vrede in de kerk onrecht had geleden?

Antwoord: Dat is inderdaad een hele goede christelijke vraag. Maar het is een vraag voor de betrokkenen zelf en niet voor buitenstaanders en kerkelijke rechters.

  1. Waarom niet?

Antwoord: Omdat het de omgekeerde wereld is als een rechter onrecht zou beslissen en ook nog eens de vermaning mee zou geven dat het goed is om onrecht te lijden.

  1. Heeft ds. Hoogendoorn zichzelf die vraag ook gesteld?

Antwoord: Ja, in een brief aan de kerkenraad blijkt dat hij overwogen heeft om liever onrecht te lijden.

  1. Waarom heeft hij dat toch niet gedaan?

Antwoord: Omdat hij van mening was dat de eigenlijke oorzaak van de moeiten gelegen was in visieverschillen en niet in persoonlijkheidskwesties.

  1. Stel dat de Ichthuskerkenraad zich wel bij het onrecht had neergelegd. Was dan de vrede in de gemeente weer teruggekeerd?

Antwoord: Helemaal niet.

  1. Waar ligt de oorzaak dan?

Antwoord: Zowel in het persoonlijke als in het principiële vlak.

  1. Welke oorzaak ligt er in het persoonlijke vlak?

Antwoord: Er liggen nog steeds onbewezen beschuldigingen tegen de persoon van ds. Hoogendoorn. Dat zou zeker weer aan de orde gesteld worden door de trouwe kerkenraadsleden.

  1. Welke oorzaak ligt er in het principiële vlak?

Antwoord: De bekritiseerde opvattingen van enkele hoogleraren aan de TUK, die tevens gemeentelid zijn, hebben zich steeds verder uitgekristalliseerd. De nieuwe predikant, ds. Zomer, heeft zelfs al openlijk gepleit voor de vrouw in het ambt. De kritiek daarop zou blijven en zich verhevigen en zelfs tot nieuwe breukvlakken leiden.

  1. Wat is de kern van de kritiek op die opvattingen?

Antwoord: Het functioneren van het gezag van de Schrift is in het geding. Verder is het functioneren van de kerkelijke tucht en daarmee het leven volgens Gods geboden in het geding.

  1. Kun je eigenlijk nog wel spreken van visieverschillen?

Antwoord: Het gaat inmiddels om verschillen die rustig leerverschillen genoemd mogen worden.

  1. Wat hebben de ambtsdragers beloofd bij het aanvaarden van hun ambt?

Antwoord: Dat zij ervan overtuigd zijn, dat God zelf hen door zijn gemeente tot deze dienst heeft geroepen.

  1. Wat houdt die roeping in?

Antwoord: Erop toe te zien, dat de gemeente blijft bij de zuivere leer en daar ook naar leeft. De ouderlingen moeten Gods kudde hoeden.

  1. Zou het onder deze omstandigheden verantwoord zijn om het ambt neer te leggen?

Antwoord: Dat zou juist erg onverantwoord zijn.

Twee zaken

  1. In hoeveel zaken rondom Kampen-Noord moest de generale synode van Zwolle-Zuid 2008 een uitspraak doen?

Antwoord: Twee, namelijk het gedwongen terugtreden van de kerkenraad en de afzetting van ds. Hoogendoorn.

  1. Welk van deze twee is de belangrijkste en beslissende zaak?

Antwoord: De eerste, namelijk over het gedwongen terugtreden van de kerkenraad.

  1. Waarom is dat zo?

Antwoord: Omdat het één het gevolg is van het ander. Ds. Hoogendoorn is beschuldigd van scheurmakerij vanwege het apart vergaderen. Dat wordt grond voor zijn schorsing en latere afzetting.

  1. Waarom is het vreemd dat ds. Hoogendoorn wordt beschuldigd van scheurmakerij?

Antwoord: De andere kerkenraadsleden worden niet beschuldigd, terwijl zij toch precies dezelfde daad hebben begaan.

  1. Waarom is het vreemd dat steeds maar weer wordt gezegd, dat de Ichthuskerkenraad apart ging vergaderen?

Antwoord: Die beschuldiging is ontleend aan het andere gebouw waarin zij vergaderen.

  1. Op welke ‘doodzonde’ worden ds. Hoogendoorn en de Ichthuskerkenraad eigenlijk afgerekend?

Antwoord: Dat zij niet gehoorzaam waren aan het gezag van de classis en in haar gevolg de particuliere en generale synode.

  1. Wat betekent dat voor de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt)?

Antwoord: Dat zij het principe van de hiërarchie weer hebben ingevoerd.

  1. Welk argument wordt daar meestal aan toegevoegd?

Antwoord: Dat er veel wijze mensen naar deze zaak hebben gekeken. Het is niet de bedoeling dat je het inzicht en de raad van adviserende kennisinstanties in de kerk naast je neerlegt.

  1. Welke gevolgen heeft dat in de praktijk voor zusterkerken?

Antwoord: Dat zij zich niet in de zaak willen verdiepen, hun verantwoordelijkheid afschuiven op de wijsheid van anderen en toch vrolijk de beschuldiging van scheurmakerij voor hun rekening nemen.

 

III Tegenwerpingen

 

Classis en kerkenraad

 

  1. Volgens artikel 38 KO kunnen slechts met instemming van de classis voor het eerst of opnieuw de ambten worden ingesteld. Heeft de classis daarom ook niet iets te zeggen over het terugtreden van ambtsdragers?

Antwoord: Die vergelijking gaat niet op.

  1. Waarom niet?

Antwoord: Art. 38 gaat over een situatie waar nog geen kerkenraad is ingesteld. In Kampen-Noord was al lang een kerkenraad.

  1. Maar kun je uit art. 38 niet afleiden dat de classis bevoegdheid over de kerkenraad heeft?

Antwoord: Het staat er niet en je kunt het er ook niet uit afleiden.

  1. Welk principe kun je er dan wel in herkennen?

Antwoord: Dat de gelovigen niet onafhankelijk van elkaar geloven, maar een gemeenschap vormen. De gemeenschapsoefening binnen een kerkverband komt voort uit die verbondenheid. Daarom kun je je niet zomaar ongemotiveerd onttrekken aan de verplichtingen ervan.

  1. Maar staat in artikel 35 niet dat de classis gezag over een kerkenraad heeft?

Antwoord: Nee, want dan zou de kerkorde met zichzelf in ernstige tegenspraak zijn.

  1. Welk artikel zou dan vooral worden tegengesproken?

Antwoord: Artikel 83, waar staat dat geen kerk over een andere kerk mag heersen.

  1. Waarom zou het nog meer vreemd zijn als art. 35 zou zeggen, dat de classis gezag over de kerkenraad heeft?

Antwoord: Dan zou ook de particuliere synode gezag hebben over de classis en de generale synode over de particuliere. En dat is precies het hiërarchische systeem waar de kerkorde nu juist zo tegen ingaat.

  1. Wat staat er dan wel?

Antwoord: Dat de classis de bevoegdheid heeft om rechtsgeldige uitspraken te doen ten opzichte van de kerkenraad.

  1. Hoe moeten we dat verklaren?

Antwoord: Uit het principe dat een kerk zich niet zomaar ongemotiveerd kan onttrekken aan de verplichtingen van een kerkverband.

  1. Om welke verplichtingen gaat het dan?

Antwoord: Verplichtingen die voortkomen uit onderlinge verbondenheid en afspraken om zich te binden aan besluiten van meerdere vergaderingen.

  1. Wat zegt dat over de autoriteit van een meerdere vergadering?

Antwoord: Dat het verleende autoriteit is en daarom kleiner is.

  1. Maar de kerkenraad van Kampen-Noord had zijn gezag toch juist overgedragen aan de classis?

Antwoord: Dat is ten dele waar.

  1. Wat ontbreekt er dan nog aan?

Antwoord: De kerkenraad had zijn gezag aan de classis overgedragen met de opdracht dat gezag op een moment (door de raad bepaald) aan de kerkenraad terug te geven.

  1. Wat was de doelstelling van dat overgedragen gezag?

Antwoord: De doelstelling was uitdrukkelijk beperkt, namelijk de goede voortgang te dienen van het plaatselijke kerkelijke leven. Aan de classis was opgedragen het afhandelen van lopende zaken.

  1. Wat moet je er in het algemeen van zeggen dat een kerkenraad zijn gezag aan de classis overdraagt?

Antwoord: Dat het op zichzelf al heel uitzonderlijk is. In principe kan een classis het kerkenraadsgezag niet eens overnemen, omdat de classis niet in het ambt bevestigd is.

  1. Wat is het gevolg van het overdragen van het gezag aan de classis?

Antwoord: Dat de kerkenraad vanaf dat moment geen gezag meer heeft en zijn functie dus niet meer kan uitoefenen.

  1. Wat betekent dat in de praktijk?

Antwoord: Dat het onzinnig is om te veronderstellen dat de classis vanaf dat moment gezag over de kerkenraad had.

  1. Maar staat het overdragen van het gezag dan niet gelijk aan het opheffen van de kerkenraad?

Antwoord: Praktisch gezien wel. Behalve wanneer dat expliciet ontkend wordt in de opdracht die de classis meekrijgt.

  1. Was dat in Kampen-Noord het geval?

Antwoord: Uitdrukkelijk.

  1. Hoe heeft de classis dat zelf ook bewezen?

Antwoord: Door te besluiten dat alle kerkenraadsleden dienen terug te treden. Dat kan alleen als de kerkenraad nog niet opgeheven was.

  1.  Heeft de classis dus gehandeld conform haar opdracht?

Antwoord: Nee. Ze heeft het zichzelf zelfs onmogelijk gemaakt om aan haar opdracht te voldoen. Hoe kan ze ooit voldoen aan haar opdracht om het gezag op een bepaald moment aan de raad terug te geven, wanneer ze de raad opheft?

Ruimte voor rechtsherstel

  1. Waarom verkeren veel zusterkerken in de waan dat de synode van Zwolle-Zuid 2008 er alles aan heeft gedaan om extra tegemoet te komen aan de Ichthusgemeente?

Antwoord: Omdat de synode aan ds. Hoogendoorn ruimte voor rechtsherstel heeft geboden.

  1. Welk besluit ging er aan dit ‘aanbod’ vooraf?

Antwoord: Dat de kerkenraad inderdaad had moeten terugtreden en dat hij zich alsnog moest opheffen.

  1. Wat was de belangrijkste en eigenlijke zaak in de kwestie Kampen-Noord?

Antwoord: Het gedwongen terugtreden van de kerkenraad. De afzetting van ds. Hoogendoorn op beschuldiging van scheurmakerij was daar feitelijk slechts een gevolg van.

  1. Heeft de synode de beschuldiging van scheurmakerij weggenomen?

Antwoord: Nee.

  1. Is de synode met dit aanbod werkelijk tegemoet gekomen aan de Ichthusgemeente?

Antwoord: Op geen enkele manier. Er is geen extra ruimte geboden,

maar de ruimte is zelfs verder ingeperkt.

  1. Waarom werd de ruimte ingeperkt?

Antwoord: Wat de synode van Amersfoort-Centrum 2005 nog niet deed, deed Zwolle-Zuid 2008 wel. Ze sloot expliciet de mogelijkheid uit dat de Ichthusgemeente een tijdelijke modaliteit van Kampen-Noord zou worden.

  1. Zou een status als modaliteit een ideale situatie zijn?

Antwoord: Nee, want dat zou van de Ichthuskerkenraad vragen dat hij de Eudokiakerkenraad als andere modaliteit zou erkennen. Maar dán zou er tenminste ruimte zijn geweest voor herstel van de eenheid.

  1. Heeft de synode deze mogelijkheid uitgesloten, omdat het vanuit Gods Woord en de kerkorde gezien onwenselijk zou zijn?

Antwoord: Nee, want ze greep bewust niet in bij samenwerkingsgemeenten met NGK en/of CGK, waar dus ook sprake is van (tijdelijke) modaliteiten.

  1. Hoe is deze strenge toepassing van de kerkgrenzen te verklaren?

Antwoord: Dat is eigenlijk niet te verklaren. De mildheid ten opzichte van praktijken die kerkordelijke afspraken en de binding aan de belijdenis oprekken staat op gespannen voet met deze opvallende strengheid.

  1. Wat moeten we denken van het aanbod van de synode om ds. Hoogendoorn ruimte voor rechtsherstel te bieden?

Antwoord: Het is een vrome façade voor schrijnend onrecht.

 

 

 

IV Is het een afscheiding?

 

Kerkscheuring?

 

  1. Heeft de Ichthuskerkenraad zich schuldig gemaakt aan kerkscheuring?

Antwoord: Volgens de synode wel, maar in werkelijkheid niet.

  1. Waaruit blijkt dat de Ichthuskerkenraad zich niet heeft willen afscheiden?

Antwoord: Door het feit dat de Ichthusgemeente ná de scheur de kerkelijke weg tot het laatst toe bewandeld heeft om opgenomen te blijven in het kerkverband.

  1. Wie is er dan schuldig aan de breuk?

Antwoord: In eerste instantie de classis, maar sinds 2008 ook de generale synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).

  1. Welke gevolgen heeft dat voor zusterkerken in het kerkverband?

Antwoord: Alle zusterkerken zijn vertegenwoordigd in de generale synode en dragen dus verantwoordelijkheid voor haar besluiten.

  1. Wat betekent het als kerkenraden zich achter dit synodebesluit scharen?

Antwoord: Dat zij de gemeente op een weg van scheuring leiden.

  1. Kan dat de weg van Christus zijn?

Antwoord: Dat is onmogelijk.

  1. Welke verantwoordelijkheid brengt dat met zich mee voor ieder gelovig kerklid?

Antwoord: Zij moeten het ambt van alle gelovigen serieus nemen.

  1. Wat betekent dat in de praktijk?

Antwoord: Naast het aan de orde (blijven) stellen van andere onschriftuurlijke besluiten, moeten ze hun kerkenraden bewegen om de zusterkerkrelatie met de Ichthusgemeente niet te verbreken.

  1. Wat als je kerkenraad daar geen gehoor aangeeft?

Antwoord: Dan kun je de kerkenraad niet volgen zonder te zondigen.

  1. Waarom is dat zo?

Antwoord: Als trouw aan de Ichthusgemeente geen kerkscheuring is, dan is verbreken van de zusterkerkrelatie dat wel.

  1. Maar neem je dan niet een initiatief tot afscheiding?

Antwoord: Nee, daarmee geef je juist gehoor aan de schriftuurlijke roeping om de eenheid in Christus te bewaren.

  1. Waarom is dat zo?

Antwoord: Als de leden van de Ichthusgemeente zich niet hebben schuldig gemaakt aan kerkscheuring, dan doe je dat ook niet wanneer je je bij deze gemeente aansluit.

Gemeenschap der heiligen

  1. Welke belijdenis wordt met voeten getreden doordat de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) de zusterkerkrelatie met Kampen-Noord (Ichthus) verbreken?

Antwoord: De belijdenis van de gemeenschap der heiligen.

  1. Door welke belangrijke oorzaak functioneert deze belijdenis niet meer in de GKV?

Antwoord: Door de individualistische levensinstelling van onze cultuur.

  1. Welk organisatiemodel past goed in een individualistisch klimaat?

Antwoord: De netwerkorganisatie.

  1. Lijken de GKV op een netwerkorganisatie?

Antwoord: Ja, dat is bijvoorbeeld te zien doordat kerkverbandelijke afspraken in de praktijk steeds meer genegeerd worden en dat tegelijkertijd plaatselijke samenwerking met kerken uit verschillende kerkverbanden de grond uit schieten.

  1. Welke instanties zijn leidend en sturend in netwerkorganisaties?

Antwoord: Adviesraden en kenniscentra.

  1. Welke organisaties vervullen die rol in de GKV?

Antwoord: De Theologische Universiteit Kampen en verschillende deputaatschappen.

  1. Waarom is de voorgestelde nieuwe Werkorde als vervanging van de Dordtse kerkorde voor de GKV in dit opzicht zo opvallend?

Antwoord: O.a. doordat het oude artikel 83 tegen hiërarchie er niet meer in staat. Verder doordat bij de ondertekening van de belijdenis de Drie Formulieren van Enigheid niet meer expliciet genoemd worden en doordat de bijzondere kerkelijke organisaties en instellingen, waaronder de TUK, met name genoemd en vastgelegd worden.

  1. Waarom is het in dit licht veel beter te begrijpen dat kerken soms zo gemakkelijk zeggen, dat het hen plaatselijk niet aangaat wat er in zusterkerken gebeurt?

Antwoord: Wanneer een netwerkgemeenschap op individualistische snit tot verantwoordelijkheid geroepen wordt, dan komen de gevolgen van deze ‘verplichte vrijblijvendheid’ aan het licht.

  1. Wat is dus het verschil tussen een netwerkgemeenschap en de gemeenschap der heiligen?

Antwoord: Een netwerkgemeenschap is een asociale gemeenschap.

  1. Waarom werden de afgescheidenen na 1834 separatisten genoemd?

Antwoord: Omdat ze God meer gehoorzaamden dan de Reglementen van het hiërarchisch ingerichte kerkinstituut dat de Nederlands Hervormde Kerk was.

  1. Waarom werden de vrijgemaakten na 1944 scheurmakers genoemd?

Antwoord: Omdat ze God meer gehoorzaamden dan de bindend opgelegde leeruitspraken van de synode van de Gereformeerde Kerken.

  1. Waarom worden de leden van de Ichthusgemeente vandaag stijfkoppen en ruziezoekers genoemd?

Antwoord: Omdat ze God meer gehoorzamen dan de kerkrechtadviseurs van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).